dinsdag 9 december 2014

Appel- of peervormig?



Misschien heeft u daar wel eens over gelezen of gehoord? De vorm van uw lijf heeft een effect op de gezondheidsrisico’s. Wanneer u vooral vet opslaat rond de middel dan is dit een teken van minder gevoeligheid voor insuline. U kunt dit heel eenvoudig zelf bereken. Meet de omvang van uw middel (het smalste punt) en meet vervolgens de omvang van uw heupen (het breedste punt). Dit kunnen zowel mannen als vrouwen doen! Bereken nu uw taille-heup ratio door de omtrek van de heupen te delen door de taille omtrek (dus taille-omtrek ÷ heup-omtrek)
Voor vrouwen:
Waneer de uitkomst groter is dan 0,8 dan bent u appelvormig en heeft u een verhoogd gezondheidsrisico. Wanneer het kleiner is dan 0,8 bent u peervormig.
Voor mannen:
Waneer de uitkomst groter is dan 0,95 dan bent u appelvormig en heeft u een verhoogd gezondheidsrisico. Wanneer het kleiner is dan 0,95 bent u peervormig.

Appelvormig zijn, betekent niet automatisch dat u overgewicht heeft.
Een appelvorm is één van de symptomen die horen bij het Metabool Syndroom (ook Syndroom X genoemd). Het Metabool Syndroom is niet een ziekte maar het is een cluster van kenmerken die een verhoogd risico vormen voor het krijgen van hart- en vaatziekten en diabetes.

Andere kenmerken van het Metabool Syndroom zijn: overgewicht, hoge bloeddruk, insuline resistentie(een verminderd vermogen van het lichaam om glucose effectief te gebruiken), te hoog LDL cholesterol, te veel bloedvetten (triglyceriden), verhoogde nuchtere bloedsuikerspiegel. Bij het voldoen aan minstens twee symptomen lijdt u aan het Metabool Syndroom en loopt u een gezondheidsrisico. Stress, voeding en nutriënten tekorten dragen in belangrijke mate bij aan het ontstaan van het Metabool Syndroom. Gelukkig kunt u daar zelf iets aan doen en wij helpen u daar graag bij.

Wanneer u wilt weten of u aan de criteria voor Metabool Syndroom voldoet kunt u een afspraak maken met ons. Sinds oktober werk ik samen met integraal arts Mevr. A. Ewalts in Amersfoort.



woensdag 16 juli 2014

Verzadigde vetten veroorzaken geen hart- en vaatziektes.

Nog steeds verkondigt de Nederlandse Hartstichting, gesponsord door Unilever (net als het voedingscentrum) dat minder consumptie van verzadigde vetten en cholesterol de kans op hart- en vaatziekten vermindert.  (https://www.hartstichting.nl/gezond-leven/gezond-eten)

Steeds vaker echter komen er tegengeluiden in de media die deze mythe onderuit halen. Zo verscheen recent in Time Magazine van 23 juni 2014 het artikel ‘Eat Butter - Scientists labeled fat the enemy. Why they were wrong’ door Bryan Walsh.(http://time.com/2863227/ending-the-war-on-fat/)

Dit artikel legt uit waarom de mythe ‘verzadigde vetten veroorzaken hart- en vaatziekten’ geen grond heeft.

De wetenschapper Ancel Keys begon met de hypothese in 1953 dat hart- en vaatziekten veroorzaakt worden door teveel vet in de voeding. Hij werd door andere wetenschappers erg bekritiseerd en daarom besloot hij de Zeven Landen Studie uit te voeren. Hij wilde nagaan of verschillen in het vóórkomen van coronaire hartziekten een relatie hadden met de consumptie van verzadigde vetten.

Key’s onderzoek echter bevatte veel fouten. Hij was selectief in het kiezen van welke data meetelde en zo liet hij bijvoorbeeld West-Duitsland en Frankrijk, die een hoge consumptie van verzadigd vet hadden maar een lage prevalentie van hart- en vaatziekten, buiten beschouwing.  Ook werden er geen andere factoren in ogenschouw genomen zoals de consumptie van suiker en roken.  

Wat zegt ons gezond verstand? Waarom zou voedsel, zoals het in de natuur voorkomt ons ziek maken?  Zo bevatten eieren en vlees van beesten die een goed leven hebben gehad, met de juiste natuurlijke voeding, veel essentiële voedingsstoffen die wij als mens hard nodig hebben.

Niet zo natuurlijk zijn mens-gemaakte transvetten.  Transvetten zijn vetten die worden gevormd wanneer plantaardige oliën uitharden. Deze kun je beter vermijden. Transvetten zitten veel in bewerkte voeding zoals koek, chips of gebak maar ook in margarine en pizza bodems. Dit zijn onnatuurlijke vetten waar ons lichaam geen raad mee weet. Kijk maar eens op de verpakkingen wanneer je in de winkel bent. Ze heten ‘plantaardige vetten of oliën’. Ze klinken onschuldig ‘plantaardig is toch juist goed?’ Nee, dit zijn allemaal bewerkte plantaardige, gehydrogeneerde vetten die schadelijk voor het lichaam zijn. 




Voor meer informatie zie ook: 




woensdag 28 mei 2014

Omega-3 vetten: essentieel voor onder meer het brein.

Al in een eerder blog heb ik geschreven dat omega-3 vetten essentieel voor ons lichaam zijn en dat we ze uit onze voeding nodig hebben. Omega-3 vetten zijn een groep van vetzuren die vaak afgekort worden onder hun Engelse naam.

LNA - Alfa-linoleenzuur
DHA - Docosahexaeenzuur
EPA - Eicosapentaeenzuur

LNA wordt verkregen uit plantaardige voeding. Een rijke bron is bijvoorbeeld lijnzaad. DHA en EPA komen voor in vette vis zoals zalm, sardientjes, makreel en forel.
EPA en DHA kunnen door het lichaam gemaakt worden uit LNA vetzuren mits er voldoende andere essentiële nutriënten aanwezig zijn zoals magnesium, zink, diverse B vitamines en bepaalde enzymen. Er bestaat een vermoeden dat bij veel mensen het lichaam niet goed in staat is deze conversie van LNA naar EPA en DHA uit te voeren. 

Hierdoor ontstaat in het lichaam een tekort aan deze zeer belangrijke vetzuren EPA en DHA. Deze twee vetzuren zijn absoluut noodzakelijk voor normale hersenfunctie, voor het zenuwstelsel, voor de aanmaak van hormonen, voor de ogen en voor alle celstructuren in het lichaam. Te weinig van deze vetten maken de cellen rigide waardoor voedingsstoffen het celmembraan moeilijker kunnen passeren...... Met alle gevolgen van dien........

Omega-3 vetten zijn één van de belangrijke voedingsstoffen die invloed hebben op het gedrag van kinderen (en volwassenen). 
Op 11 juni geef ik een lezing in Bussum over de relatie tussen voeding en het gedrag van kinderen. Zie ook mijn nieuwsbericht hierover: http://www.levendenwel.nl/public/news/


Heb je belangstelling? Meld je aan voor de lezing en email mij: gerdi@levendenwel.nl.

woensdag 9 april 2014

Magnesium: een chronisch tekort?

Magnesium is een essentieel mineraal in ons lichaam en tekorten komen veel voor. 
Dit komt door verarming van de bodem maar ook omdat we zoveel geraffineerde voeding tot ons nemen. Verder heeft de farmacoloog Jean-Georges Henrotte aangetoond dat 18% van de mensheid een minder goede celopname van magnesium bezit, daardoor eerder gevoelig is voor stress en zodoende een verhoogd magnesiumverbruik heeft.

Magnesium is nodig voor veel lichaamsprocessen zoals de werking van het zenuwstelsel, hartspieren en andere spieren maar ook voor de productie van hormonen. Magnesium ontspant en het helpt bij slaapstoornissen. 

Magnesium kan heel effectief zijn bij rusteloze, hyperactieve kinderen. Vaak zal behalve Magnesium ook vitamine B6 nodig zijn omdat beiden een belangrijke rol spelen bij de overdracht van zenuwprikkels en de synthese van neurotransmitters.

In het boek over Magnesium van kinderarts Dr. Marianne Mousain-Bosc staan veel voorbeelden over de helende werking van suppletie met Magnesium.  Ik citeer uit haar boek ‘Magnesium dé oplossing voor gedragsstoornissen en vele andere aandoeningen ADHD, Autisme, Epilepsie, Depressie’:

Nicolas: bevestiging van de metabole oorsprong van hyperactiviteit (ADHD).
Nicolas kwam begin 2007 bij mij op consult toen hij 17 jaar oud was. Vanaf zijn eerste levensjaren slaapt hij onrustig, huilt veel, is overgevoelig, angstig, buitengewoon prikkelbaar, enigszins agressief en heeft een spraakachterstand.......Ook lijdt hij aan dyslexie. De diagnose ‘hyperactief’ wordt gesteld. Drie jaar lang krijgt hij psychostimulerende middelen (methylfenidaat of Ritalin) voorgeschreven. 
....Nicolas kan een gehaltebepaling (van magnesium) laten uitvoeren. Inderdaad, al deze klinische verschijnselen zijn van metabole oorsprong. Het gehalte aan erytrocytair magnesium, calciemie en geïoniseerd calcium is sterk verlaagd, hetgeen de diagnose bevestigt. De familie besluit direct de behandeling met psychostimulerende middelen te beeïndigen. Het vervolgens toegediende magnesium heeft spectaculair resultaat: binnen een paar weken is Nicolas een stuk rustiger, zelfverzekerder en opgewekter. In de klas kan hij zich beter concentreren en zijn schoolresultaten gaan in vier maanden zodanig vooruit dat hij aan het eind van het schooljaar door de klasseraad wordt geprezen.”


Wederom is dit een voorbeeld van de relatie tussen voeding, tekorten daarvan en de invloed daarvan op het gedrag. 

woensdag 5 februari 2014

Oxaalzuur.......kun je dat eten?



Jazeker!!  Oxaalzuur is een natuurlijk component dat in kleine hoeveelheden in planten en plantaardig voedsel voorkomt. Echter, een aantal groentes bevatten beduidend meer oxaalzuur zoals spinazie, rabarber en snijbiet. Het koken/stomen van deze groentes vermindert de hoeveelheid oxaalzuur enigszins. Oxaalzuur bind zich aan verschillende mineralen zoals calcium, ijzer, kalium en magnesium. Zo zou een ijzertekort kunnen ontstaan.

Normaal gesproken heeft het lichaam geen problemen met deze kleine hoeveelheden oxaalzuur en zal deze afgescheiden worden via de urine.  Het lichaam is niet in staat om veel oxaalzuur te absorberen.  Oxaalzuur kan met name de keel of de nieren irriteren.

Wanneer iemand nierstenen heeft bestaan deze in veel gevallen uit calciumoxalaat. Ze zijn scherp en kunnen veel last en pijn veroorzaken (zie ook de foto). Het kan wenselijk zijn om een voedingspatroon aan te nemen waarbij zeer weinig oxaalzuur wordt geconsumeerd. 
Het dient echter wel langzaam afgebouwd te worden omdat het lichaam zich ook langzaamaan zal moeten ontdoen van het overtollige oxaalzuur. Het GAPS dieet is daar een goede keuze voor.

Gezondheidsproblemen die te maken kunnen hebben met een teveel aan oxaalzuur zijn:
bedplassen, gewrichtspijn, vaak urineren, zanderige ontlasting, oog pijn. 

Een aantal condities die aanzienlijk kunnen verbeteren bij een dieet dat weinig oxaalzuur bevat:

  • autisme spectrum
  • fibromyalgie
  • chronische vermoeidheid
  • chronische Candida infectie
  • schildklier problemen
  • Nierstenen, pijn nieren
  • vulvodynie
  • taaislijmziekte (cystische fibrose)
Wanneer je meer wilt weten hierover, neem dan contact met mij op per mail info@levendenwel.nl of per telefoon 06-33437154.

dinsdag 21 januari 2014

Het belang van voldoende maagzuur.





Voldoende maagzuur zorgt ervoor dat eiwitten goed kunnen worden afgebroken. Eiwitten zijn relatief grote moleculen die prima oplossen in de maag waar de zuurgraad een pH van tussen de 1.2 en 3 moet hebben. Dit deel van het lichaam is het meest zure, en het gevormde zoutzuur lost de eiwitten op. Als de eiwitten niet goed worden afgebroken komen deze moleculen half verteerd of onverteerd in het spijsvertering kanaal terecht waar ze voor allerlei ellende kunnen zorgen. Denk hierbij aan gasvorming, opgeblazen gevoel maar ook indigestie. Wat er gebeurt in de darmen is een fermentatie proces oftewel anaerobe gisting.  

Melkzuurfermentatie buiten het lichaam is prima. Denk hierbij bijvoorbeeld aan yoghurt, kefir, zuurkool of zuurdesembrood. Maar in het lichaam wil je dit zo veel mogelijk voorkomen. Fermentatie in het lichaam hindert de toevoer en opname van zuurstof naar de cellen waardoor ze uiteindelijk in kankercellen kunnen veranderen. 

Wat kun je hier doen om de maagzuur productie te verbeteren?


  1. Eet zuren zoals bijvoorbeeld appelazijn, citroen maar ook de hier bovengenoemde gefermenteerde voeding zoals zuurkool, volle yoghurt (ook bijv, van geit of schaap) of zuurdesembrood bij voorkeur niet gemaakt van tarwe. 
  2. Drink niet tijdens de maaltijd. Dit verdunt het maagzuur.
  3. Vermijd suikers, zetmeel, tarwe, gefrituurd eten....... 
  4. Vermijd stress. Stress heeft een negatieve invloed op de bijnieren en kan deze verzwakken waardoor er minder maagzuur geproduceerd kan worden.
  5. Zout bestaat uit natrium en chloride en beiden zijn nodig voor de productie van maagzuur. Gebruik hoogwaardig zout zoals Himalaya zout of Keltisch zeezout.